Terwijl ik mijn mountainbike nog aan het afstellen ben ergens bij een winkel in het pittoreske Valkenburg, legt de vriendelijke man met een opvallend vlassig snorretje achter de balie uit welke routes we kunnen rijden. Kort samengevat kun je kiezen om de Cauberg over te slaan, mee te eindigen of mee te beginnen. ‘Bij de laatste optie is een goede conditie wel vereist. Voor velen bekend onder de noemer Shimano-route, maar wij noemen de route ook wel de Dodemanstrail.‘ Zijn vlassige snorretje krult samen met zijn rechtermondhoek wat omhoog. Er verschijnt een grimas op zijn gezicht die ik niet helemaal kan plaatsen.
Ondanks dat ik een prima conditie heb, heb ik ook de eigenaardige eigenschap om mijzelf meer dan eens te willen overschatten. We kiezen voor de dodemanstrail, hoe erg kan het zijn? Spoiler alert: Tussen het doodgaan door, ook heel erg genoten.
Handschoenen, geen overbodige luxe
Nadat we de fietsen hebben ingesteld, mijn zadel lager is gezet en ik tot drie keer toe mis heb gemikt met het vastmaken van mijn helm, maken we ons op om met frisse tegenzin de Cauberg te beklimmen op de fiets.
We rijden iets wat verkleumd het dorp uit en ik vraag me hardop af of we niet veel te koud zijn gekleed. Handschoentjes waren op z’n minst een goede toevoeging geweest, maar aan deze constatering hebben we op dit moment helemaal niks meer.
Als amateuristische en parttime volgeling van Wim Hof probeer ik naar mijn handen te ademen om ze op te warmen. Voor de mensen die nu mijn blog lezen: neem gewoon handschoenen mee bij temperaturen onder de 10 graden.
Omdat we even niet zo goed weten welke kant we op moeten fietsen, vraag ik een passerende meneer op de mountainbike of we goed op weg zijn voor de Dodemanstrail. De beste man kijkt ons aan alsof hij water ziet branden “jullie weten dat dit niet voor niks Dodeman heet he? Je bent na de eerste meters al dood, man!” Ik lach als een boerin met kiespijn en zeg dat het vast wel goed gaat komen en bedank hem vriendelijk.
Mentaal mezelf moed inspreken om fysiek beter te presteren
De twijfel of we wel zullen opwarmen tijdens onze tocht, wordt al snel weggenomen zodra we regelrecht tegen een muur van kiezelstenen wat als mountainbikepad fungeert- op rijden met een stijgingspercentage van 18%. Jawel, ik kan iedereen garanderen dat, hoe koud ook, het zweet tot je bilnaad komt te zitten. Na veel gevloek – hier een passage uit vele: “@&$(@ ik rijd hier harder achteruit dan vooruit, verdomme @$(@#%!!!”- kom je dan met best een beetje gepaste trots bovenaan. Wat mentaal als fysiek moeilijk te verkroppen is, is dat de tocht hier eigenlijk pas begint. Eigenlijk wil ik nu op het terras koude pils bestellen en mezelf een schouderklopje geven. Maar nee. Het bleef bij een schouderklopje. Die fysieke uitdaging had ik wel ingecalculeerd, maar die bijkomende mentale iets minder. Het enige wat ik kan doen is deze situatie accepteren en we hebben immers het ergste gehad. Vanaf nu ga ik genieten en accepteren wat is. Ja, klinkt misschien wat zweverig, maar een verandering van mindset en even drie keer door je neus in- en door je mond uitademen doet soms wonderen. Althans voor mij wel.
Na de beklimming volgt de route door het vlakke natuurgebied Ingendael. De route is opgebouwd uit hellingbossen aan de zuidzijde en de helling aan de noordzijde van het Geuldal. Het is werkelijk een prachtige route met veel afwisseling en technische uitdagingen. Dat ik aan het einde van de dag geen schorre stem heb, is wel bijzonder, zeg maar. Maar wat hebben we genoten! Maar echt.
- Fysieke uitdaging:*****
- Mentale uitdaging: ***
- Thrill: ****
- Locatie *****
0 reacties